TERUG NAAR HET HART
Ik heb nog nooit van, of om een stad moeten huilen. Tot voorlaatst.
Na een afwezigheid van 4 jaar stapte ik spontaan afgelopen juli het vliegtuig in met als enige logische eindbestemming: Bologna, de stad van mijn hart. De stad waar ik ík ben geworden. De stad waar Richard naartoe is gegaan en waar Ricci van terug is gekomen.
Sindsdien keer ik jaarlijks terug maar door een periode van persoonlijke misère en iets met corona (u heeft het vast wel meegekregen) moest ik de jaargangen 2019, 2020 en 2021 overslaan.
Met mijn 33e verjaardag in het verschiet moest en zou ik terugkeren naar mijn happy place. En met tranen dus. Happy tranen. Tranen van wijsheid. Tranen van nostalgie. Tranen van geluk. Tranen, die ik machoësk verborgen hield achter mijn zonnebril, die ik op had in het vliegtuig. Maar als pseudo-Italiaan is dat toegestaan.
Ik reisde overigens niet alleen, maar met Nadia, die naast Bologna een ander prominent deel van mijn rikketik beheert. Mijnen lief was druk bezig toeristisch uit het vliegtuigvenster te koekeloeren op zoek naar monumentale verschijnselen aan de horizon tot ik haar even later in de aankomsthal onderbrak en mijn tranen bekende. Een nodige omhelzing volgde en al gauw bevonden we ons in het centrum van Bologna waar binnen 3 minuten een vrouwke mij de weg vroeg naar het busstation, die ik uiteraard correct wist te beantwoorden. Ik was thuis.
Ik was zó thuis dat een authentiek vakantiegevoel ontbrak. Ik was zó thuis dat ik me al gauw aan échte toeristen begon te ergeren. Nee, ik voelde me eerder een lokale gids die Nadia de hoogtepunten van Bologna bezorgde. De oneindige portici, de centrale Middeleeuwse uitkijktorens, Etruskische restanten, de oudste universiteit van Europa, unieke en imposante bouwwerken, het dolce far niente, de zongekuste piazze, de met aperitivo bedekte terrassen, Aperol Spritz en de bakermat van de Italiaanse cucina. Bologna is een unieke maar onmisbare stad voor diegene die het échte Italiaanse leven wil proeven, zien en voelen.
Al gauw loodste mijn enthousiaste benen ons langs bekende plekken en in de wachtrij voor de lekkerste, en goedkope pizzapunten fixeerden mijn ogen zich op een murale met daarop een Instagram-waardige oneliner, uiteraard voorzien van de hashtag, over typische het Bolognese leven.
“#poivorrei prendere il coraggio e dirti “va bene il SodaPops”
Ik voelde me aangesproken; het ging namelijk over SodaPops, een lokale uitgaansgelegenheid waar je je voor schaamt heen te gaan maar waar altijd de beste avonden van je leven plaatsvinden. Vlug bracht mijn geheugen me terug naar 2010, waar ik elke dinsdag steevast liters gratis Sangria mijn nek in joeg samen met mijn lotgenoten van weleer.
Ik werd ondertussen terug naar het heden gesommeerd door een ongeduldige pizzaverkoopster. 2 euro armer, maar een heerlijke pizza rijker, droom ik na elke hap ervan naar Bologna te emigreren.
Na dag 1 deelde Nadia deze gevoelens. Dat had voornamelijk te maken met het enorme contrast tussen Italië en het thuisland. De zon, de keuken, de puurheid, schoonheid en gelukzaligheid van de Italiaanse straten. Natuurlijk is het gras altijd groener aan de overkant, máár dat heeft vaker – dan we willen denken of toegeven – te maken met het feit dat we thuis het gras niet genoeg (kunnen) onderhouden.
Maar Nadia vielen nog meer fundamentele verschillen op. Italiaanse vrouwen dragen geen beha terwijl hun tieten zich daar niet altijd voor lenen en lichamelijk klopt het een en ander proportioneel niet. Dit vergt misschien wat uitleg. De benen zijn van ‘normale’ lengte, maar de torso daarboven behoort in verhouding tot het Madurodam-domein. Naast een empirische waarneming werd deze hypothese bijgestaan toen Nadia een body (een vrouwelijk kledingstuk, red.) wilde proberen waarbij haar ‘normale’ romp zo werd samengeperst dat cameltoes onontkoombaar zouden zijn, een mode die zij – gelukkig – niet volgt.
Daarnaast kan ik niet vaak genoeg benadrukken hoé zeer kunst en cultuur hier gerespecteerd worden. Opera wordt vanaf het balkon gezongen, gitaar wordt gespeeld op een terras, getekend op de eettafel in het restaurant en poëzie siert de muur. Elke zomer wordt het grote centrale piazza omgetoverd tot gratis toegankelijk openluchtbioscoop waar ruim een maand lang elke avond rond de klok van 22:00 een film of documentaire wordt getoond.
Maar nog even over die poëzie. Ik had ondertussen de bijbehorende Instagram-pagina opgezocht van die typische Bolognese leuzen en besloot hen te volgen. Een paar uur later kreeg ik een persoonlijk bericht. Een bedankje voor het volgen en de vraag of ik mee wilde denken voor een leuze die Bologna eventueel zou sieren. Ik gaf aan dat mijn bloed helaas niet Italiaans was, maar mijn hart wel Bolognees. Ik vroeg of ik daarmee alsnog in aanmerking kon komen voor deelname. “Geen probleem”, luidde het antwoord, zolang het maar ‘romantisch en/of melancholisch klinkt in de harten van de bolognesi”.
Challenge accepted.
“En, oh ja”, voegden ze nog toe, “de top 100 inzendingen worden naast een gegarandeerde Insta-post, vereeuwigd op de muren van la Grassa, één van de 3 bijnamen van Bologna. Grassa betekent de vette, dit omdat Bologna door vele Italianen als culinaire hoofdstad wordt gezien met als oorsprong o.a. de tortellini, de mortadella, lasagne (verdi) alla bolognese, de ragù, de tagliatelle, le crescentine en ga nog maar even door. De andere 2 bijnamen luiden La Rossa, de rode, vanwege alle rode daken en la Dotta, de geleerde, een bijnaam te danken aan het feit dat Bologna de oudste universiteit van Europa herbergt.
Ok. Genoeg Wikipedia-informatie die elke tourguide opdreunt, zoals ook hier een Frans reisgezelschap doet op de Piazza della Mercanzia van waar ik nu schrijf met een fluoriscerende cocktail waar in Nederland je seksuele geaardheid vanaf zou hangen, maar hier in Bologna niet. In Bologna kan iedereen zichtbaar zichzelf zijn.
Het valt me trouwens op, nu ik er naar kijk, hoe depressief en mak deze georganiseerde groepstoeristen ogen. Alsof ik kijk naar een stel basisschoolkinderen die verplicht mee moeten naar een oninteressant museum en verveeld luisteren naar hun onbekwame docent. Of misschien is het gewoon iets Frans.
In ieder geval staat het in schril contrast mij mijzelf. De gedachte aan mogelijk vereeuwigd te kunnen worden op de muren van mijn stad met mijn poëzie, maakt me intens blij, enthousiast en licht zenuwachtig als een kind die de avond vóór Pakjesavond al weet dat hij daags later de leukste avond van zijn leven gaat beleven. Nu alleen nog een pakkende oneliner bedenken.
Nadia moet ondertussen nog even wennen aan mijn Bolognees dieet, driemaal pizza op één dag – ontbijt, lunch en avondeten – het is tenslotte mijn verjaardag. Af en toe een verse pasta als afwisseling en alles weggieten met een volle rode wijn of een tropische Aperol Spritz. Niks geen vakantiekilo’s, want je valt hier met de dag af. Maar dat heeft te maken met het feit dat je hier non-stop loopt. En terecht, Bologna is één groot openluchtmuseum, gelukkig uitgezonderd gebleven van dan ook maar één modern gebouw. Ik heb het bijgehouden: 54 kilometer gewandeld in 5 dagen. En dat met 36 graden op de koudste dag.
De straten sudderden dan ook als een 4-uur pruttelende ragù van la nonna. Ja, daar moeten we het ook nog even over hebben. Spaghetti bolognese bestaat NIET. Het is een afgezwakte Westerse kopij van het lekkerste gerecht ter wereld: tagliatelle al ragù. Geen spaghetti dus, maar tagliatelle. Dat is stap 1. En geen simpele Knorr-tomatengehaktsaus (stap 2), maar een verfijnde, zorgvuldig bereide ragù dat een halve dag je huis parfumeert met ui, knoflook, wortel, selderij, gehakt, pancetta, de nodige kruiden en specerijen en het liefst een hele fles goede rode wijn.
De uitputtende tocht van en naar San Luca, een mystieke basiliek bovenop de glooiende heuvels van Bologna, het slenteren van caffè naar caffè, de zwoele avonden op geanimeerde binnenpleintjes en in pittoreske steegjes. Overheerlijke pasta in een achteraf restaurantje in de straat waar ik heb gewoond. Toen de eigenaar dáár achter kwam, trakteerde hij ons op alle sterke likeuren uit zijn voorraad zodat we beschonken tegen het vallen van de ancht richting hotel strompelden, precies zoals ik 12 jaar geleden minstens vier keer per week ook deed.
Bologna, ti voglio bene.
Met het naderen van de terugvlucht kijk ik terug op een geslaagd midweekje. Het liefst zou ik hier blijven, maar dat is toekomstpraat. Ik heb mijn nodige dosis Bologna weer gehad. Volgend jaar kom ik wel weer terug voor mijn booster.
Ik stap het vliegtuig in en laat verdekt, nog altijd die zonnebril, een traan. Want in de tussentijd heb ik mijn poëtische oneliners opgestuurd, en ja écht: ik word vereeuwigd. Zodra hij hangt keer ik terug voor een selfie.
#poivorrei sapere se i cani bolognese sono davvero daltonici oppure sí possono vedere il rosso ed il blu